Programma 10. Financieel beleid
1. Wat willen we bereiken?
In het coalitieakkoord ‘Samen Duurzaam Vooruit’ is gekozen voor een degelijk financieel beleid in onzekere tijden. Onze ambitie is om ons huishoudboekje blijvend op orde te houden door een stabiel financieel beleid, heldere afspraken en financiële lenigheid om in te spelen op nieuwe omstandigheden. We willen de lokale lastendruk voor onze inwoners en bedrijven laag houden.
2. Wat zijn de komende periode de belangrijkste speerpunten?
Financiële basis op orde
In het coalitieakkoord is gekozen voor een solide financieel beleid met sluitende meerjarenbegrotingen. We hebben een algemene reserve die voldoet aan de gestelde normen (10% van de algemene uitkering). Meer specifiek:
- Ons financieel beleid blijven we gedegen en solide vormgeven. Echter gezien het ravijnjaar verwachten we niet dat we een programmabegroting 2025-2028 kunnen opstellen die meerjarig (structureel) sluitend is. Afhankelijk van met name de landelijke ontwikkelingen op het gebied van de algemene uitkering (ravijnjaar) en jeugdzorg kunnen/zullen de financiële ontwikkelingen later dit jaar leiden tot de start van een bezuinigingsoperatie.
Dit sluit voor een groot deel aan bij het begrotingsadvies vanuit de VNG. We willen op dit moment nog niet zover gaan om nu een bezuinigingsoperatie op te starten. Dit betekent dus dat we bij de programmabegroting een niet meerjarig sluitende begroting zullen presenteren. Dit doen we op druk op het kabinet te houden. We blijven hiermee onverminderd lobbyen voor voldoende compensatie vanuit het Rijk.
- Het financiële kader voor deze kadernota is:
- Er is géén c.q. nauwelijks ruimte voor nieuwe wensen (nieuw beleid);
- Nieuwe wensen moeten in principe binnen bestaande budgetten gerealiseerd worden. Dat wil zeggen dat we extra kritisch kijken naar bestaande budgetten en ook naar aanwezige reserves.
- We hebben een algemene reserve die voldoet aan de gestelde normen (10% van de algemene uitkering). Eventuele incidentele ruimte binnen de algemene reserve zetten we in om onze ambities uit het coalitieakkoord waar te maken.
- We kijken jaarlijks kritisch naar alle reserves. In de nota reserves, die de gemeenteraad tegelijk met de programmabegroting behandelt, lichten we de reserves uitgebreid toe.
- De winsten uit het grondbedrijf zetten we in voor onze omvangrijke ruimtelijke opgaves (ontsluitingswegen, spoorzone, mobiliteitsplan, plan Groen/ blauw/ natuur). Daarbij merken we nadrukkelijk op dat de algemene bedrijfsreserve van het grondbedrijf op dit moment nihil is. Dit betekent ook dat er de komende jaren er geen sprake meer zal kunnen zijn van een afdracht.
- Via actieve lobby en netwerken zetten we in op actief geld van derden te verwerven zoals bijdragen uit landelijke, regionale en Europese fondsen. De landelijke fondsen voor woningbouwimpulsen, volkshuisvesting en klimaat & energie bieden nadrukkelijk kansen.
- We blijven lobbyen voor een financieel robuuste financiering vanuit het gemeentefonds en voor voldoende compensatie van het zogenaamde ravijnjaar vanaf 2026. Aanvullend hierop lobbyen we voor voldoende compensatie van de hogere kosten voor jeugdhulp en Wmo. Als gemeenten hebben we meer financiële armslag nodig om alle (landelijke) ambities te realiseren. Dit geldt nadrukkelijk ook voor de grote energieopgave en woningbouwopgave.
In het hoofdstuk "Financiële positie" in deze kadernota hebben we de financiële uitgangspunten geformuleerd en een actueel financieel beeld geschetst.
Lokale lastendruk
Het is ons beleid om de Osse lastendruk € 22,50 onder het landelijke gemiddelde te houden. Op basis van cijfers van het onderzoeksinstituut COELO is onze lokale lastendruk fors onder het landelijke gemiddeld, namelijk € 121. Het saldo van € 121 onder het landelijk gemiddelde wordt veroorzaakt door:
- OZB: € 20;
- Afvalstoffenheffing: € 54;
- Rioolheffing: € 47.
In de Atlas van de lokale lasten heeft het COELO voor 2023 (in vergelijking met 2022) het volgende beeld berekend:
2024 | 2023 | |||
Lastendruk standaardwoning | Oss | Landelijk | Oss | Landelijk |
Onroerende zaakbelastingen | € 403 | € 423 | € 380 | € 403 |
Afvalstoffenheffing | € 292 | € 346 | € 266 | € 329 |
Rioolheffing | € 178 | € 225 | € 178 | € 213 |
Totaal | € 873 | € 994 | € 824 | € 945 |
De gemiddelde woning is volgens het COELO in 2023 gestegen met 4,8% (landelijk 2,8%). De gemiddelde waarde van een koopwoning bedraagt daarmee in 2023 € 414.887.
Opgemerkt hierbij wordt dat bij de afvalstoffenheffing bepalend is het aantal keer dat een huishouden de container aanbiedt. Het COELO ging in 2023 uit van 11 leidingen per jaar (korting 27,50) en gaan voor 2024 uit van 10 ledigingen (korting € 37,50). Dit op basis van landelijke CBS cijfers.
Voor het jaar 2025 kiezen we voor een totale OZB verhoging van 8,3%, bestaande uit:
- verwachte inflatie 2025 vanuit het CPB: 3,3%
- extra verhoging van de OZB met 5%.
De extra verhoging van 5% betekent een extra inkomst voor de begroting van jaarlijks € 1,2 miljoen.
Deze extra OZB verhoging is noodzakelijk om vast te kunnen houden aan onze ambities. Ondanks de stijgende rentekosten en daarmee hogere exploitatiekosten voor de nieuwe Lievekamp en het Golfbad kiezen we voor kwaliteit. We willen hieraan geen concessies doen. Om het betaalbaar te houden is een extra OZB verhoging noodzakelijk.
Uitvoering belastingsamenwerking
De BSOB voert namens deelnemende gemeenten belastingtaken uit. BSOB speelt met de ingezette koers goed in op ontwikkelingen. Per 1 januari is de Dienst Dommelvallei aangesloten. De waarderingskamer waardeert de BSOB met het kwaliteitsniveau 4 (Goed). Gezien de grote werkdruk (aansluiting nieuwe deelnemers, hoge aantal bezwaren door no-cure-no-pay, krapte op de arbeidsmarkt bij taxateurs, vertraging automatiseringstraject) is het een belangrijke uitdaging om dit kwaliteitsniveau vast te houden.
We monitoren dit.
Op het gebied van no-cure-no-pay verwachten we (hopen we) dat het aantal bezwaren via dergelijke bureaus af gaat nemen door het maatregelenpakket vanuit de minister.
Treasury- aantrekken van geldleningen
De komende jaren investeren we fors. Deze grote investeringen leiden er toe dat we ook veel geld voor langere termijn moeten gaan lenen. De afgelopen jaren hebben we niet hoeven lenen, omdat we beschikbare geld hadden vanuit ons banksaldo.
In het treasurystatuut zijn hierover de volgende afspraken vastgelegd:
- We trekken enkel financieringen aan ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak;
- We beperken financiering met externe financieringsmiddelen zoveel mogelijk door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken om de renterisico's en het renteresultaat te optimaliseren
- Voordat we een financiering aantrekken vragen we bij minimaal 2 instellingen een offerte per mail op. Dit doen we bijvoorbeeld bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), Waterschapsbank en pensioenfondsen (via brokers).
We hebben de financieringsbehoefte voor de komende 4 jaar in beeld gebracht. Daarbij is het erg lastig in te schatten wanneer daadwerkelijke uitgaven bij grote projecten precies gedaan worden. De ervaring is dat dit altijd wat achter blijft t.o.v. de begroting. De totale financieringsbehoefte schatten we nu in op € 290 miljoen euro in de komende 4 jaren. Dit is fors en voor onze gemeente uniek. Daarom schakelen we ook een treasury adviesbureau in om samen met ons een goede financieringsstrategie op te zetten.
Versterken projectcontrol
Op financieel gebied zijn er grote ambities binnen de gemeente. Een mooie en uitdagende periode, zeker gekoppeld aan de tijd van meer financiële krapte. De grote ambities op het gebied van nieuw theater, zwembad, woningbouw, mobiliteit, klimaat & energie, ontmoeten en onderwijs vluchtelingenopvang et cetera noodzaken om te versterken op het gebied van projectcontrol. Het zijn allemaal grote en complexe investeringen met een hoog risicoprofiel.
Daarom stellen we voor om hiervoor extra capaciteit vrij te maken in de vorm van versterking van business control binnen de organisatie.
Financiële vertaling van de speerpunten en maatregelen
We geven hierna de financiële vertaling weer van de speerpunten en de eventuele maatregelen voor besparingsmogelijkheden. We werken deze posten uit richting de programmabegroting 2025-2028.
Bedragen x € 1.000
Prioriteiten | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|
Rentestijging | |||||
- reguliere rentestijging | 183 | 834 | 1.323 | 1.763 | |
- Projectfinanciering Theater en Golfbad | 461 | 400 | 1.173 | 1.675 | |
Versterken projectcontrol | 122 | 122 | 122 | 122 | |
Totaal programma 10. Financieel beleid | 0 | 766 | 1.356 | 2.618 | 3.560 |
Rentestijging
De komende jaren investeren we fors. Deze grote investeringen leiden er toe dat we ook veel geld voor langere termijn moeten gaan lenen. De financieringsbehoefte voor de komende jaren bedraagt in totaal circa € 280 miljoen. In dit bedrag is rekening gehouden met het reguliere investeringsplan voor de komende jaren en grote investeringen, zoals Lievekamp, Golfbad, Warenhuis, vluchtelingenopvang en op het gebied van mobiliteit. Deze extra financieringsbehoefte leidt tot:
- Hogere reguliere rentekosten. Deze lopen in 2028 op tot een bedrag van € 1,7 miljoen extra;
- Hogere kosten voor projectfinanciering voor twee grote projecten, namelijk het nieuwe Golfbad en het nieuwe Theater. Voor deze projecten leidt dit tot hogere rentekosten van respectievelijk circa € 0,6 miljoen en € 1,1 miljoen.
Samengevat betekent dit een structureel nadeel van ongeveer € 3,4 miljoen. Dit is op basis van een huidig rentepercentage van 3,3%. De rente is de afgelopen jaar aanzienlijk gestegen. Konden we jaren terug geld lenen tussen 0% en 1% (voor korte leningen was de rente zelfs negatief) is de huidige langere termijn rente sterk gestegen. Kort door de bocht is de rente gestegen omdat de inflatie zo hoog was. Om de inflatie te temperen, heeft de Europese Bank de rente verhoogd. De inflatie is nu lager en recent heeft de Europese Bank de rente (beperkt) verlaagd. Hoe dit doorwerkt naar de rente voor gemeenten is niet aan te geven. Het structurele nadeel van € 3,4 miljoen is gebaseerd op 3,3%. Wanneer de rente lager wordt en uitkomt op bijvoorbeeld 3% dan wordt het totale nadeel van € 3,4 miljoen verlaagd naar € 2,6 miljoen. Rentewijziging heeft dus erg veel impact.
Versterken projectcontrol
Versterken van projectcontrol betekent een investering van 1 fte business controller. Dit betekent een jaarlijks bedrag van € 122.000.